Whatsapp mij!

7. Als ze geen humor heeft, wil ik iemand anders


HUMOR ZAL ONS REDDEN
de eerste afspraak met mijn oncoloog Mevr. ir. J.B. Heijns. Ik zeg in de wachtkamer tegen Robert, als ze geen humor heeft, wil ik iemand anders. Het is mij inmiddels steeds duidelijker wat ik nodig heb en wat niet. Humor is wat ik echt nodig heb. serieuze mensen, vooral serieuze mensen met een witte jas, maken me nerveus. En dan ook vooral serieuze mensen in een witte jas die op hun beeldscherm gegevens van mij open hebben staan. Nee, nee, dat moet ik echt niet hebben. Het liefst doe ik of het allemaal een grap is, alsof het allemaal niet zo bedreigend is, niet zo serieus. Het grootste gedeelte van de tijd lukt het ook. Mensen in mijn omgeving zeggen dat ik er goed mee omga, dat ik zo flink ben en dat ik er zo goed over kan praten. Voor mij is het niet zozeer een keuze, ik sta in de overlevingsstand en dit is voor mij de manier. Daarbij praat ik echt niet zo open en vrij over "wat als het mis gaat". Dat is echt een NO GO voor mij. Dat heb ik ook tegen Robert gezegd: "ik wil best met je praten, maar niet over doodgaan. Dat trek ik echt niet. Als je het daar over wil hebben dan moet je iemand anders zoeken".
origineel
Eigenlijk ben ik ook heel bang voor mensen met kanker. Ik ben bang dat ze dingen vertellen waardoor ik mijn hoop verlies. Dat ze bijvoorbeeld zeggen dat zij er eerst ook zo in stonden, dat bij hen de kanker ook weggehaald was, dat ze ook dachten dat ze er goed bij weg gekomen waren, dat soort dingen, dus. Daarom sta ik alleen open voor de goede verhalen. Die neem ik in me op, die verslind ik. De rest sluit ik buiten. Als we het voorstelrondje achter de rug hebben, gaat ze op de hoek van de tafel zitten, kijkt ons ernstig aan en zegt: 'Het is een andere soort kanker. Het plekje op de long is longkanker". Ik vraag me even af of ik nu blij moet zijn of niet ... Volgens de stelling van de longarts is dit een goede uitslag, maar ik zie Dr. Heijns niet heel blij kijken. Ook niet opgelucht. Robert stelt de vraag die ik nog aan het formuleren ben: "Dit is positief voor de borstkanker, toch? Die is dus niet op afstand uitgezaaid". Dat klopt. Maar hoe we dit gaan behandelen is nog even de vraag. Ze vertelt dat ze dit gaat bespreken in het MDO van de borstkanker en ook in het MDO van de longkanker. Ze geeft ons vast een inkijk in wat haar logisch lijkt. Het normale traject voor de borstkanker zou zijn:

12x (1 x p. 3wk) chemo A = AC (Cyclofosfamide en Doxorubicine)
12x (1x p.wk) chemo B = Paclitaxel en Carboplatin


Omdat chemo B ook ingezet wordt tegen longkanker, is haar voorstel om daarmee te beginnen. Dan gaandeweg aan de hand van de scans te kijken wat het verdere traject gaat zijn. Ze gaat me volgende week bellen om te laten weten wat de andere doktoren van dit voorstel vinden. Ik vind het een goed plan, ik vind trouwens alles een goed plan, als we maar iets gaan doen. Het duurt me allemaal veel te lang. Ze legt me uit dat ik een Jodiumzaadje in de borsttumor krijg zodat ze de tumor op de operatietafel goed terug kunnen vinden. Ook mag ik kiezen tussen een picc-lijn (een centraal infuus dat in de ader van de bovenarm geplaatst wordt) of een pac-lijn, Port a cath (een onderhuids injectiekamertje, wat toegang geeft tot de dieper gelegen grote aderen. Vaak geplaatst net onder het sleutelbeen) 

Daarnaast moet ik een hartfilmpje laten maken om te kijken of mijn hart chemo A wel aankan. Ik vind het ergens wel een fijn idee dat ik allerlei dingen moet gaan doen, of laten doen, dat leidt tenminste een beetje af. Gelukkig schrijft ze het allemaal voor ons op. Uiteindelijk is mijn conclusie dat Joan Heijns (ongeveer onze leeftijd) een vrouw is met humor. Ze pikt snel op welke insteek ik nodig heb en we hebben een 'leuk' gesprek. Zij mag blijven.


Opgelucht dat ik tegen niemand hoef te zeggen dat ik iemand anders wil, lopen we (again) terug naar de auto

 

Vorige: 6. Als een ander het kan, kan ik het ook

Volgende: 8. Lief zijn voor mijzelf in deze moeilijke tijd