Whatsapp mij!

62. Reuzegezellig, op afdeling B


We mogen weer op weg naar het ziekenhuis voor kuur 8#12. Ik zit op de rustige kamer en heb met 2 verpleegkundigen een gesprek over opvoeding. ‘Je beschadigt je kind altijd’, breng ik in. daar schrikken ze van en vervolgens zie ik ze nadenken. Als ik uit leg wat ik ermee bedoel, knikken ze. De ene verpleegkundige staat met een PC op een karretje en maakt aantekeningen in mijn dossier. ‘Mevrouw, hoe voelt u zich? Heeft u ergens pijn, behalve de pijn die mijn collega u aandoet door die pleister eraf te trekken?’ We lachen er alle drie om. Altijd feest daar op die afdeling! Ik denk na over hoe ik me voel en geef aan dat dat best een bijzondere vraag is. In vergelijking met wat? Wat is de 0-meting? Ze knikt begrijpend. Ik vervolg: ‘kijk, in vergelijking tot vorige week voel ik me fantastisch! ‘Nou’, zegtorigineel ze, ‘dan schrijven we dat toch op’. ‘Mevrouw voelt zich in vergelijking tot vorige week fantastisch’ Uiteindelijk is dat natuurlijk ook belangrijk, het maakt niks uit hoe ik me vorig jaar voelde of 10 jaar geleden. Als je het zo bekijkt is kanker ook erg mindful, met als toevoeging die belangrijke stip op de horizon. Niemand vraagt gelukkig naar mijn pleister, wanneer deze voor het laatst vervangen is. Mijn medicijnen heb ik vanmorgen keurig ingenomen, ook heel fijn. Ik ben goed bezig, alles onder controle. Alleen mijn rolletje kleefverband heb ik thuis laten liggen, shoot! Na twee uur pikt Robert mij weer op 't zit er alweer in, gelukkig.

Ondertussen weet ik vrij aardig waar ik het goed op doe en wat minder fijn werkt. Zo is daar ‘Over mijn lijk’, een programma wat ik jaren heb gekeken, maar tegenwoordig aan het vermijden ben. Af en toe zie ik er stukjes van voorbij komen op mijn telefoon en in de NPO-app. De eerste paar keren dat ik er min of meer per ongeluk op stuit, word ik er misselijk van, het komt veel te dicht bij. Vele weken later bekijk ik soms een klein stukje of ik lees er wat over. Heel voorzichtig besluit ik dat het misschien toch wel kan. Ik spreek met mezelf af dat ik alleen het stukje bekijk waarin de 5 deelnemers zich voorstellen. Als er niemand met borstkanker bij is, dan is het safe… Nou, Lucky me, alleen andere kankers dit jaar. Het blijft natuurlijk best confronterend, die jonge ongeneeslijk zieke mensen die zich voorbereiden op de dood. Op sommige momenten verplaats ik me heel even in hun situatie en dan sluit ik me er weer voor af. Nee, nee, nee die kant gaan we niet op! Wij bewandelen een hele andere route met een andere uitkomst. 

Kuur 9#12 is wederom een gezellige ochtend, als je het zo kunt noemen. En zo noem ik het gewoon want ik vind het echt gezellig op afdeling B. Als ik de kamer binnenkom, zit er een dame met een fleurige band in haar haar. We groeten elkaar alsof we bekenden zijn en zo voelt het ergens ook wel een beetje. De verpleegkundige vraagt of we elkaar kennen. Als ik zeg van niet, kijkt ze even verbaasd. ‘nou, jullie groeten elkaar zo vriendelijk, echt heel opvallend, heel mooi om te zien’. ‘Mag ik uw naam en geboortedatum?’ De vraag die ze je daar vaak stellen ter controle. Ze zouden de chemozakjes toch omwisselen, dat wil je echt niet. ‘Zijn er nog origineelbijzonderheden? Heeft u klachten?’. Ik wil uit gewoonte ‘nee’ zeggen en bedenk ineens dat ik vermoed dat ik een blaasontsteking heb. Ik heb een potje urine meegenomen, ter controle. De twee verpleegkundigen overleggen met elkaar wat wijsheid is. Achteraf had ik het beter naar de huisarts kunnen brengen, maar dat is nu te laat. Hier laten onderzoeken kan niet ‘zomaar’, dat moet aangevraagd worden. Misschien kan ik morgen langs de huisarts? ‘Kan ik zolang met deze blaasontsteking door blijven lopen?’ Ze gaat even bellen om te overleggen. Even later komt ze terug met een potje, of ik daar urine in wil opvangen. Nee, het overgieten van dat wat ik bij me heb, mag niet, dat is te oud. Omdat ik nog niet hoef te plassen, moet ik eerst iets drinken en even wachten. Ondertussen klets ik verder met mijn overbuurvrouw en haar man. De kuur mag nog niet aangehangen worden omdat de urine, die ik moet opvangen in het potje, dan besmet wordt met chemo. Gelukkig is mijn agenda voor de rest van de dag leeg, ik heb alle tijd. Dat is wel een groot voordeel van dit hele gedoe; een lege agenda, dus alle tijd. Uiteindelijk lukt het me, potje vol en mag ik beginnen met kuren. Gelukkig!

We kennen elkaar echt niet, ze komen oorspronkelijk uit Emmen en wonen sinds een aantal jaren in Sellingen en ik zou niet weten waar we elkaar ontmoet zouden hebben. We hebben een leuk gesprek. Ze zit aan het begin van mijn traject en krijgt haar 2e of 3e AC-kuur. Gelukkig voor haar heeft ze er weinig last van, zo kan het dus ook. Ik doe een poging om een samenvatting van mijn verhaal te geven, maar dat is nog steeds een lang verhaal. Wat een gedoe heb ik de afgelopen jaren gehad! Toch is het een licht gesprek en baal ik achteraf een beetje dat we niet hebben afgesproken om contact te houden. Op het moment zelf heb ik er heel even aan gedacht, maar vond ik het wat lullig klinken; ‘zullen we een keer wat afspreken?’. Hoe zeg je dat dan als je groot bent?
De kuur zit er weer in, terug naar huis. Als we al even thuis zijn, word ik gebeld door Tineke. Het is geen duidelijke blaasontsteking, maar er zijn wel witte bloedcellen in de urine gevonden. Ze stelt voor om een korte kuur voor te schrijven van vijf dagen. Als ik op dag drie geen klachten meer heb, mag ik meteen stoppen. Klinkt als een plan. Ik vind het goed!

De week erop heb ik een afspraak met dokter Jansen. Keurig een uurtje ervoor bloed laten prikken. Nou euh… niet helemaal een uur. Dat had ik niet helemaal goed berekend. Ik dacht toen ik origineelthuis was dat ik tijd genoeg had. Floris fietst om 8.10u naar school. Mijn afspraak in het ziekenhuis is pas om 9.45, bloed prikken rond 9u, vertrek van huis om 8.45u. Ik zit dus heerlijk in mijn ‘tijd zat bubbel’ rustig aan te doen; schoenen aan, make up, haren hoef ik dan weer niet, scheelt ook tijd, parfumpje, ‘kopje koffie?’’Ja lekker!’, mail checken, kletsen, kippetjes voeren, katten verzorgen, de was aan de lijn bevoelen en besnuffelen …. SHIT, ik moet NU weg anders kom ik te laat! Naadloos schakel ik een paar versnellingen op.. en gaan. De parkeerplaats bij het ziekenhuis is nogal vol dus moet ik helemaal achteraan parkeren en dan rennen, haha, zo snel mogelijk wandelen. Gelukkig ben ik bij het bloedprikken, bijna meteen aan de beurt.

Dr. Jansen is tevreden. We nemen het vakantieplan door en spreken af dat we na de dubbele kuur van morgen een weekje pauze inlassen zodat ik wat meer tijd heb om bij te komen. Dan zit er ook iets minder tijd tussen de laatste kuur en de operatie. We komen maandag 5 augustus na middernacht thuis en ergens in die week wordt mijn operatie ingepland. Ik stel haar de vraag die me al langer bezighoudt, maar waarvoor ik nog niet de moed had om hem te stellen. ‘Hoe vaak komt een recidief voor?’ ‘Dat komt eigenlijk helemaal niet zo vaak voor. Het risico op uitzaaiingen is groter, vooral bij een tripple negatieve tumor’. Vandaar ook dat hele lange chemotraject.’ Ik herhaal de woorden van dokter Luijten: ‘de biologie van de cellen die van de tumor afkomen is dezelfde als van de tumor zelf’. Dus als de chemo werkt op de tumor dan ruimt hij ook alle losgekomen cellen op. Ze knikt, maarrrr er is een maar, kankercellen ontwikkelen zich en doorlopen verschillende stadia. Ze zijn niet in ieder stadium te ‘pakken’ door de chemo. Vandaar dat het traject zo lang is en bestaat uit twee soorten. Zo hebben we de meeste kans dat alle cellen een keer in het stadium zijn dat ze genekt worden. Aha, duidelijk.

Om te kijken hoe de tumor op de kuren heeft gereageerd, staat er nog een MRI gepland tussen de laatste kuur en de vakantie. ‘Stel dat er niks meer te zien is op de MRI, moet die borst er dan nog wel af?’, vraag ik. Het antwoord is wat ik eigenlijk al verwacht. Ja, ze moet er wel af. Ze snijden ruim weg waar de tumor heeft gezeten, zowel qua weefsel als ook de huid. Als het borstweefsel weg is, kan het daar ook niet meer terugkomen. Voor mij na de operatie geen mammografie meer, maar gewoon lichamelijk onderzoek. ‘En als er iets in de huid terugkomt?’. ‘Dan snijden we dat weg en dan is het weg’. Lekker praktisch, daar hou ik van!
origineelAlleen de zo gevreesde eventuele uitzaaiingen daar kan niet op gecontroleerd worden. Uitzaaiingen worden pas gevonden als er klachten zijn en dat kan ook nog jaren later gebeuren, maar dat laat ik los. Wat je niet kunt beïnvloeden, kun je maar beter laten gaan. Het feit dat de borstkanker niet terugkomt als er geen borsten meer zijn, klinkt goed. De prijs lijkt misschien wat hoog, maar neem van mij aan dat nog een keer dit traject helemaal geen goed idee is.

Ik geef aan dat ik graag voor mijn vakantie een gesprek wil met de chirurg om het operatieplan door te spreken. Dokter Jansen, ook de moeilijkste niet, noteert alles in mijn dossier. Tot slot vraag ik haar of immunotherapie voor mij nog een optie is. Ze vertelt me dat het verloop van de behandeling afhangt van wat de patholoog vindt in mijn borst. Als daar nog kankercellen in gevonden worden dan krijg ik nog een nabehandeling bestaand uit chemopillen. Als er, net als in 2020, enkel nog voorstadiumcellen gevonden worden, dan is dat niet nodig omdat dat nog geen kanker is. Voorstadium vraagt wel om actie maar geen chemo. Immunotherapie wordt pas ingezet als er uitzaaiingen zijn. ‘Nou, hebben we alles besproken?’’ja, dat geloof ik wel’.

Tevreden loop ik terug naar de auto. Thuis lekker kopje koffie met Robert en daarna met een vriendin naar de kringloop in Veendam en lekker lunchen. Leuk leuk.

juni 2024

 
 
volgende: