61. Een zwarte worst met witte stippen
Om een uur ’s nachts zijn we terug van de eerste hulp en neem ik mijn eerste shotje Amoxicelline. Meteen krijg ik een flash back; dit kregen we vroeger altijd! Ik vind het vies en lekker tegelijk.
Ik ben blij dat ik weer thuis ben, maar realiseer me ook dat ik ergens ook best had willen blijven als ik een kamer voor me alleen had gehad. De arts in opleiding vroeg mij net wat ik wilde en gaf aan: ‘als u heel graag naar huis wilt, kan ik me daarvoor inzetten bij de arts, dan probeer ik dat te regelen.' Kijk, het fijne van het ziekenhuis is de rust, dat wil zeggen het is er eigenlijk helemaal niet rustig, maar ze hoeven niets van mij. Iedereen doet zijn eigen ding daar en ik sta eigenlijk overal buiten: ‘goedendag, ik ben de patiënt’. Dus daar kan ik heerlijk weg doezelen met de achtergrondruis van alle drukte. Maar goed, de vierpersoonskamer van de vorige keer heeft mijn rustgevend beeld van het verblijf ziekenhuis iets vertroebelt. Ook de wc op de gang vond ik ergens wel een dingetje, loop je in je ondergoed en een shirt op de gang! Op een vierpersoonskamer is je grens qua privacy toch al overtreden, natuurlijk, maar toch! Mijn bed met donzen dekbed ligt trouwens wel veel lekkerder dan een ziekenhuisbed. Om een lang verhaal kort te maken: fijn dat we weer thuis zijn.
De volgende ochtend word ik wakker en ik voel het meteen, het werkt! De Amoxicelline heeft haar werk nu al gedaan. Ik voel weer wat kracht in mijn benen, de elastieken zijn weg en mijn eetlust is terug (dat laatste stond op zich niet boven aan wat mij betreft, maar goed) Ik sta er heel even bij stil dat ik nu pas voel hoe ziek ik me eigenlijk voelde, dat had ik helemaal niet door. Ik ga meteen weer volle kracht vooruit; de was, de kippen, onkruid wieden, achterstallig opruimwerk, bed verschonen en het voelt fantastisch! Er is nog veel ruimte voor verbetering op gebied van spierkracht en conditie, maar dat is ook fijn.
Minder fijn is het feit dat mijn PICC lijn-pleister afgelopen woensdag niet vervangen is omdat de kuur niet door ging. Ik heb op de eerste hulp aan de verpleegkundige gevraagd of hij het wilde doen, maar hij kreeg het niet voor elkaar omdat alles aan elkaar vast zat geplakt. Hij was bang dat hij dan het hele zwikkie los zou trekken. Even voor de beeldvorming: het slangetje van de PICC lijn komt uit mijn arm en zit geklemd in een Statlock. Daar plakken ze een grote pleister op zodat de lijn goed gefixeerd en beschermd is. Aan het uiteinde van de lijn zit een soort dopje waar ze van alles op aan kunnen sluiten. Om dat dopje wikkelen ze een gaasje en het geheel omwikkelen ze tegenwoordig met soort zelfklevend verband. Maar goed die pleister moet wekelijks vervangen worden en dat is niet gebeurd omdat de kuur niet doorging. Ik had dat moeten regelen met de thuiszorg. Ik was al niet medicatietrouw omdat ik al twee keer mijn pillen, die ik een uur voor de kuur moet innemen, vergeten ben en nu heb ik ook nog de pleister niet laten vervangen … oei oei oei … straks krijg ik op mijn donder! De insteek, de plek waar het slangetje uit mijn arm komt, ziet er wel heel goed uit. Lekker rustig, enzovoort, dus het is niet dat ik het helemaal laat verslonzen, nergens naar kijk, me niet voorbereid, of zo.
Misschien ben ik wel meer bezig met de voorbereiding van wat over weken pas gaat gebeuren dan met wat er nu speelt en nodig is. Sinds een paar dagen ligt mijn nieuwe borst op tafel. Het is een doorzichtige borstprothese, maat A. zij voelt echt heel lekker zacht en er zit een tepel op. Ik kan er niet vanaf blijven, steeds opnieuw pak ik haar op, leg haar in mijn hand, knijp er een beetje in, ik ben onder de indruk. Ik moet uitkijken dat ik niet mijn nagel erin prik. Ik schat zo in dat dat minder goed afloopt. Waar ik niet op gerekend had is dat er maar eentje in de verpakking zit. Achteraf is het natuurlijk best logisch omdat sommige mensen maar 1 borst missen en er dan dus ook maar eentje hoeven te vervangen. Ik ga er nog eentje bij bestellen. Misschien bestel ik er meteen twee extra bij, dat heb ik met mijn orthopedische zooltjes toen ook gedaan. Voor in mijn dagelijkse schoenen en voor in mijn wandelschoenen. Het is het praktische wat ik voorrang geef op wat ik erbij voel. Als ik alles goed regel, heb ik rust. Ik wil eigenlijk ook helemaal niet nadenken over het moment net voor en net na de operatie. Wie dan zorgt wie dan leeft, of zo. Of andersom, dat vergeet ik steeds.
Ondertussen voel ik me iedere dag een beetje beter. Dat gaat gelukkig weer de goed kant op. Ik voel me zo goed dat ik maar weer eens een bezoekje breng aan de ruilwinkel in Alteveer. Ik breng dan wat spulletjes weg en neem me voor met legen handen weer naar huis te gaan. Dat laatste is nogal een uitdaging voor mij omdat ik soms (lees: altijd) hele leuke dingen tegenkom en ik kan het altijd weer terug brengen als het toch niets is. Lekker laagdrempelig. Vandaag blijf ik wat langer bij de kleding hangen. Ik neem een paar shirtjes en een jurkje mee en besluit voor het slapen gaan nog snel even wat te passen. Omdat Floris in mijn bed ligt te slapen, stap ik zachtjes de inloopkast in, deur achter me dicht, licht aan. Ik strek een tricot jurkje over mijn hoofd. Terwijl ik dat doe, heb ik al het gevoel dat het wat krap zit, maar het is een XXL en dat zou aan de ruime kant moeten zijn dus ik sjor een beetje aan de onderkant van de jurk terwijl ik kronkelende bewegingen maak. Langzaam, centimeter na centimeter, schuift het jurkje steeds iets verder naar beneden. Ik heb al een beetje een vermoeden dat het niet zo comfi gaat zitten als ik gehoopt had. ‘Ja, zo zou het goed moeten zijn’, ik kijk voor me in de grote spiegel en voel een grote teleurstelling. Het is niet alleen dat het niet zo comfi zit als ik dacht, het staat ook een stuk minder charmant. In de spiegel zie ik een zwarte worst met witte stippen en een ongemakkelijk gezicht. Oké, eerst maar wat afvallen bedenk ik, dit is het ook niet. Ik wil de jurk weer uit doen, maar het lukt me niet, ik heb te weinig kracht in mijn handen en armen. Ik krijg mijn arm er niet uit. Ik zit eigenlijk gewoon klem in de jurk. Op het moment van uiterste concentratie en krachtinspanning is het onmogelijk om ook nog mijn buik in te houden en iets bij te draaien voor de gunstige belichting. Wat ik zie in de spiegel is niet fraai. Waar is de body positivity als ik haar nodig heb. Ik moet er bijna van lachen, zo vreemd zie ik er uit. Ja, wat nu? Ik probeer het nog een keer en nog een keer net even anders. Desnoods knip ik de jurk open, echt NO WAY dat ik zo naar Robert loop die in de woonkamer nog tv aan het kijken is.
Na vele pogingen lukt het me op een of andere manier om een gedeelte van mijn arm uit de jurk te wurmen, dit ziet er zo mogelijk nog vreemder uit, alsof ik een olifant probeer uit te beelden. Ik stop mijn elleboog terug in de jurk en zo lukt het me om wat ruimte te maken voor de rest van mij. Pfff wat een opluchting, ik ben er uit! Opgelucht en een beetje boos gooi ik de jurk in een hoek, wat nou XXL!
Gelukkig laat ik me hierdoor niet meer van de wijs brengen, maar ik ga niks meer passen.