Whatsapp mij!

32. Zo'n operatie maken we niet vaak mee


Het is bekend; de operatie is op 4 mei. Dodenherdenking, lekker dan. Fijne datum ook. Meteen schiet er door me heen dat iedereen dan ook meteen mij kan herdenken, mocht het mis gaan. Natuurlijk, gaat het niet mis!
We hebben een afspraak bij de chirurg die mij gaat opereren: In het begin van het gesprek geef ik aan dat ik geen enge verhalen wil. Hij glimlacht. Hij was het misschien niet eens van plan. Hij vertelt wat hij gaat doen en geeft aan dat het kan zijn dat het door littekenweefsel niet met een kijkoperatie kan, maar op de traditionele manier moet. Ik probeer me vooral niet voor te stellen wat de traditionele manier precies inhoudt. Ik heb daar namelijk een beeld bij van toen ik nog ER keek. We gaan er maar vanuit dat het allemaal gaat zoals gepland. Hij vraagt of ik mee wil doen naar een onderzoek over kwaliteit van leven na de operatie. Dat wil ik wel, klinkt wel goed. Ik krijg dan op verschillende momenten een origineelvragenlijst die ik in kan vullen en er wordt een paar keer bloed geprikt. Er is sinds de laatste keer nogal wat veranderd. Ze zijn meer gericht op het mobiliseren van de patiënt na een operatie. Dus, zo zegt hij, het kan zijn dat ze je al op de intensive care uit bed halen en op een stoel zetten. Ik wacht af tot hij gaat lachen, maar het is geen grapje! Terwijl hij aan het praten is, denk ik ‘amehoela, echt niet’. Hij vertelt enthousiast door. Ik vermoed dat het zijn eigen onderzoek is. Dan zegt hij: 'alles valt of staat met een goede pijnbestrijding'. Kijk, daar kan ik nog wel wat over zeggen. Ik vertel dat ik ontzettend veel pijn heb gehad, toen, en dat ik er tegen op zie om daar weer doorheen te gaan. Ondanks de ruggenprik kon ik me amper bewegen. Hij zegt dat in 20 - 30 % van de gevallen de ruggenprik niet goed zit en dat een longembolie kan uitstralen naar het longvlies en dat dit heel erg pijnlijk is. Tssssssss, dat verklaart een hoop. Ineens ziet het er een stuk zonniger uit. Dan zegt hij; ‘we werken ernaar toe dat u op de 3e of 4e dag naar huis mag’. Oei, dat is wel heel snel. Dus ik geef aan dat mijn familie 300 km verderop is gaan wonen en dat ik de vorige keer op dag 3 en 4 nog niet eens uit bed kon komen. 'Dan moet u met de dokter mee naar huis', grapt hij. We lachen er hartelijk om. Maar goed, dat moeten we maar met de verpleegkundige bespreken. Als het niet goed gaat, sturen ze me echt niet weg. Gelukkig. Ik vraag naar de postoperatieve check. De dokter geeft aan dat ik rustig naar Groningen mag, als ik me goed voel, die check kan ook best telefonisch ... tadaaaaaaaa .... de zon breekt door, dat is fijn nieuws!

Dinsdag 4 mei zijn we de hele dag bezig geweest in ons nieuwe huis. Ik heb zoveel mogelijk geprobeerd om het overzichtelijk te maken voor Robert, Thomas en Floris. En dan is het zover, het is 18uur - Hendrik Jan, Robert en ik stappen in de auto terug naar Hoeven. Ik probeer er niet teveel bij stil te staan. Toch schieten er wel wat metaforen door mijn hoofd, met een lam en een slachtbank. Emotionele oneliners – ZE WIST TOEN NOG NIET WAT HAAR TE WACHTEN STOND - Over een weekje ben ik terug. Ik laat de reden van de reis niet tot me doordringen... Ik maak ‘s avonds mijn supplementen zakjes klaar en Robert en HJ drinken een biertje. We gaan op tijd slapen. Ik slaap slecht, het is warm in de slaapkamer en het sleuteltje van het raam kunnen we even niet vinden.

Op woensdag rijdt HJ met de kever naar Onstwedde en Robert brengt mij tegen 9.30 naar het ziekenhuis. Eerst bloedprikken en daarna route 26. Ik hou mezelf voor dat het morgen allemaal weer voorbij origineelis. Ik krijg een kamer toegewezen en om beurten komen verschillende mensen dingen vragen en dingen vertellen…Verpleging, patiëntenbetrekkingen, enz. 2 Stagiaires van de verpleging vragen of ze bij de operatie mogen zijn. Ja hoor, van mij mag het. Dan om 11.30 mag ik mij operatiehesje aantrekken en nemen ze me mee. Nog steeds sta ik nergens bij stil terwijl er best van alles door mijn hoofd flitst… flits … flits … niet stil staan …
Wat als ik nooit meer wakker word…. Er gebeurt teveel om ergens in te blijven hangen; eerst in het kamertje waar ze de ruggenprik en het infuus gaan zetten. De anesthesioloog klopt op mijn arm en vraagt waarom het zo druk is in de kamer. Iemand van de aanwezigen legt uit dat de 2 dames de operatie mogen bijwonen. ‘Fijn dat ik dat ook weet’, moppert hij. Niemand zegt iets. In de computer staat dat met mij is afgesproken dat ze me in slaap brengen via de port-a-cath en dat ze daarna op de OK al het andere prikken... De anesthesioloog is niet van plan om dat zomaar te doen. Hij legt mij uit dat er telkens als je de port-a-cath gebruikt er kans is op een infectie. En dat willen we natuurlijk niet. Ik schud braaf mijn hoofd. ‘Daarbij’, zegt hij, ‘zijn wij de beste prikkers.’ Hij doet er nog een schepje boven op: ‘Als ik het niet kan, kan niemand het.’ Op zich kan ik niet zoveel met mensen die zo overheersend overtuigd van zichzelf zijn, maar in dit geval, nu het om mijn vaten gaat, ben ik er blij mee. Ik laat hem zijn gang gaan en hij prikt zonder probleem een infuus. Gelukkig, ook nog zelfinzicht. Daarna de ruggenprik; ik vind het idee dat er van alles in mijn rug geprikt wordt heel eng dus ik zit nogal gespannen. Na een paar minuten zit hij erin en omdat ik het gevoel heb dat ik niet goed wordt spuit hij meteen iets in, mijn misselijk gevoel trekt meteen weg... Beter... Gelukkig...

Weer een stapje verder richting thuis... Huppatee, naar de OK. Ook hier een hele drukte. Iedereen stelt zich aan mij voor, maar voordat ze uitgesproken zijn, weet ik al niet meer wat ze gezegd hebben. Ik moet mijn naam, geboortedatum en wat ik daar kom doen vertellen. Geslaagd. Ik hoor de aanwezigen overleggen over de positie van mijn rechterarm en dan zak ik langzaam weg.
Ik kom uren later bij op de intensive care... Gepraat... Licht... Iemand vraagt hoe ik me voel... En dan zie ik Robert binnen komen, hij is er... Ik ben wakker... Wat me opvalt is dat ik geen pijn heb. We kletsen en ik herhaal een paar keer dat ik me echt heel goed voel! Robert neemt een filmpje op, leuk voor iedereen thuis : zeg maar even dat het goed gaat. Braaf doe ik wat hij vraagt. Als ik een paar dagen later het filmpje zie, schrik ik me rot! Met een opgezwollen gezicht kraak ik dat het heel goed gaat. Zo ziet het er echter niet uit. Wat een vertoning!

Robert vertelt dat de kijkoperatie niet mogelijk was en dat ze een traditionele operatie hebben gedaan... Een Thoracotomie. De volledige ervaring, dus... Op dat moment maakt het me niets uit, ik heb geen pijn waardoor ik diep in kan ademen. Ik ben blij! En ik probeer vooral niet terug te denken aan dat beeld van ER. Na een paar uurtjes gaat Robert terug naar de chalet en ik ga slapen. De hele nacht kijk ik van tijd tot tijd op het scherm naast mij. Daar staat de saturatie, het zuurstofgehalte in het bloed. Als ik heel langzaam diep inadem, merk ik dat ik steeds een beetje verder kom; mijn saturatie schiet beetje bij beetje omhoog. De volgende ochtend komt Robert langs om dag te zeggen. Hij gaatorigineel terug naar Onstwedde om te klussen. Ik ben in goede handen. Ik voel me heel even best zielig, zo alleen daar, maar het is echt het beste.

Tegen de middag mag ik naar de verpleegafdeling. De dokter komt kijken hoe het met me gaat. Ik vertel dat ik me naar omstandigheden best goed voel. Hij vertelt hoe de operatie gegaan is. Hij klinkt nogal opgetogen. Het komt niet vaak voor deze operatie. Hij kan maar nauwelijks zijn enthousiasme verbergen. Ik ben blij dat ik het overleefd heb en dat ik me goed voel. De drain mag eruit en de fysio komt langs om de oefeningen te bespreken. Op dag 2 zetten ze de ruggenprik uit. Het is de bedoeling dat de pijn met pillen onderdrukt wordt. Dat gaat best goed en aan het eind van de dag ga ik zelfs even mijn bed uit!!! Dag 3: de ruggenprik en de blaaskatheter gaan eruit. Ik wandel inmiddels op de gang, ga al zelfstandig naar toilet en Wassen en tanden poetsen doe ik ook helemaal zelf. Dag 4: ik merk dat iedere dag iets beter gaat. De wond ziet er goed uit! Iedereen is tevreden. Dag 5: de helft van de hechtingen mogen eruit... Wauw! Wie had dat gedacht. Ik in ieder geval niet.
De 2 stagiaires komen nog even gedag zeggen. Ik vraag hoe ze de operatie vonden. Geweldig! De kans dat we zoiets mee mogen maken is echt zo klein! Deze operatie wordt niet meer zo vaak uitgevoerd. Ze zegt sorry omdat ze zo blij enthousiast vertelt over mijn slachtveld. Ik haal mijn schouders op, och, als je ergens iets van leert is het in ieder geval niet zinloos. De kans dat je zo’n operatie nog mee maakt, is echt zo klein. Nou, graag gedaan dan maar, denk ik … alles voor de wetenschap! Er zijn veel mensen blij geworden van mijn operatie.
En dan op de 6e dag, op 10 mei 2022, mag ik eindelijk naar ons nieuwe huis. Thomas komt mij ophalen en moet nog even wennen aan het rijden met iemand die krap een week geleden nog half open lag. Gelukkig heb ik een Oxycodonnetje in genomen, dat dempt de pijn behoorlijk.

Drie uur later rijden we de oprit op van ons nieuwe huis … wat fijn is dat!!

mei 2022

 

Vorige: 31. De CT geleide punctie

Volgende: 33. Wat zat er in mijn long?