Whatsapp mij!

30 Een hele slechte 1 april grap


De zoveelste CT-scan … het hoort er helemaal bij en ik maak me er al niet meer druk om … been there, done that … everybody HAPPYYYY … tralala

De uitslag een paar dagen later is even een dingetje omdat ik, als een van de laatsten, Corona blijk te hebben … toch nog … Ik bel naarorigineel het ziekenhuis om te vragen of de uitslag telefonisch mag. Ze gaat het overleggen met de dokter … en dan is ineens de verbinding weg … TUUUT TUUUT TUUUT …. Verbaasd kijk ik naar mijn mobiel … tsssss … zou het een teken zijn? Mijn alarmbellen staan op scherp, ik sus ze en bel terug. De secretaresse zegt; ‘goh, u was ineens weg .. ‘, ‘eh ja, u ook’.
De dokter wil de afspraak niet telefonisch doen. Het is een follow up met scan en hij wil dit graag bespreken met mij terwijl ik beeld heb. Oké, dat is jammer, ik begrijp niet zo veel van de beelden, maar goed, ik voel dat hier geen beweging in zit. HET IS NIET GOED … schiet er plots door mijn hoofd, een slechte uitslag geven ze namelijk nooit telefonisch. Ik demp de alarmbel en pak mijn agenda erbij om een nieuwe afspraak te maken. Ze vraagt wanneer mijn positieve test was. Zaterdag … ze telt hardop ‘… 3 origineel… 4… 5 … dan mag u vrijdag uit quarantaine en dan is de dokter er niet. Dan na het weekend; maandag?’ Daar ben ik weer niet zo blij mee en ineens word ik een beetje nerveus. ‘Kan het niet op donderdag?’ Ze legt uit dat de 5 dagen quarantaine geteld worden vanaf de test. Ik vertel dat de klachten al op woensdag begonnen en dat ik pas heel laat ben gaan testen omdat het hele coronagebeuren wat naar de achtergrond geraakt was bij mij. Ze zegt weer dat het vanaf de positieve test geteld wordt. Ik doe nog een poging; ‘laten we dan zeggen dat ik op vrijdag positief getest ben, ik heb me net vergist’ … ze is even stil en zegt .. ‘oké, … voor deze keer, we spreken af op donderdag … ‘
Omdat er best wat energie in deze afspraak zit … verzetten, onderhandelen, enzovoort, loopt de spanning toch wat op. Dat wat je aandacht geeft, wordt groter. Het is donderdag, de dokter loopt wat uit … vol goede moed lopen we de spreekkamer in. Hij begint met dat de scan er op zich goed uit ziet, behalve dan een kleine verandering in de rechterlong. De dokter scrolt ernaar toe en we zien een wit wolkje. Hij wijst en vertelt volop over mijn binnenkant … kalkachtige plek … Voor de zekerheid wil hij een PET-CT scan laten maken, om activiteit uit te sluiten. Oké, voor de zekerheid … Dus ik vul in: ‘hij is niet heel erg in paniek, voor de zekerheid, dat is iets anders’. Het is: ‘je zou het ook niet kunnen doen, maar wij doen het wel’.

Het weekend erna ben ik jarig en vlak daarna is Floris jarig. Ik besluit het los te laten; hoe ik het weekend doorkom heeft geen enkele invloed op wat er in mijn rechterlong speelt en ik kan maar beter genieten … Instorten kan altijd nog, is mijn motto en dat lukt goed… Ik houd de onzekerheid voor mezelf en doe net alsof er niets aan de hand is … Ik trek het op dit soort momenten ook heel slecht als mensen me bezorgd aan gaan kijken, zo van: ‘ah neeeeee, niet weer, wat naar voor je. Gaat het wel?’ Het is natuurlijk allemaal goed bedoeld, maar voor mij hoeft het even niet. Heel af en toe voel ik een golfje spanning opkomen en dan is het alweer weg … We doen net alsof het niet zo is. De week erna heb ik de PET CT-scan … om 14.45 … ik beloof mezelf dat ik de hele dag niks hoef te doen (behalve dan een
ieniemienie wasje … verder echt niks) Ik ga theedrinken, kleuren, muziek luisteren, heel klein beetje administratie voor Trésor, mail opschonen en ik leg 4 kaarten van het deck ‘het universum staat achter je’ Oké … hier kan ik wel iets mee … meteen voel ik mezelf iets origineelrustiger worden of laat ik mezelf iets rustiger worden …
Voor het onderzoek is het belangrijk dat ik heel rustig ben … alle spieren ontspannen … (jammer, weer niet trainen voor de marathon) dus eerst op een bank liggen, dekentje over, dan na een kwartiertje krijg ik radio actieve vloeistof ingespoten. Nu moet ik een half uurtje heel rustig liggen. Gelukkig ben ik daar heel goed in en vind ik het ook nog eens best fijn. Sterker nog, ik verheug me al dagen op dit moment. In het uur voor het onderzoek heb ik braaf, zoals in de folder staat, 1 liter water gedronken … uh … zelfs 2 liter omdat ik het niet helemaal goed gelezen had … Er staat in de folder dat het onderzoek 2 uur duurt en ik las drink 2 liter … tsja … met als gevolg dat ik best heel rustig wil liggen, maar dat ik wel 2 keer moet plassen en nog een keer vlak voordat ik het apparaat ingeschoven wordt. Het maakt ze allemaal niks uit daar, het mag allemaal … lieve mensen, daar hou ik van. Ik wil er wel blijven, op dat bedje onder een deken. Zonder de scan.

Ik lig uiteindelijk helemaal gefixeerd op de bank. Mijn hoofd leggen ze vast in een riem, zodat ik me niet beweeg. Heel even vraag ik me af of ik dit wel fijn vind, maar ook dat schuif ik aan de kant. Dit is het en niets anders. Ze legt me uit wat de bedoeling is en vraagt of ik wil dat ze de radio aanzet. ‘Ja, graag’ … en dan hoor ik ‘alles is liefde … alles is liefde … Bløf zingt me toe … ik besluit dat het allemaal goed is vind het fijn om ervan uit te gaan dat ik in goed spiritueel gezelschap ben daar in dat apparaat. 20 minuten stil liggen, geen enkel probleem. En dan sta ik alweer buiten. Opnieuw mag ik wachten, 2 dagen. Gelukkig heb ik veel afleiding; het kinderfeestje van Floris en een dagje Trésor en dan is het tijd om weer richting het ziekenhuis te gaan. We vertrekken op tijd omdat er sneeuw ligt … ja ja, in april! Ruim op tijd zitten we in het ziekenhuis, toch weer minder druk dan we dachten. Ik zoek wat afleiding op mijn telefoon en vraag Robert of hij me niet wil aaien. Ik kan er gewoon even niet tegen. Ik zit in een soort meditatieve spaarpaniekstand en probeer alle prikkels buiten te sluiten. De dokter loopt uit en de spanning stijgt. Ik vraag me af wat ik ga doen als hij me vertelt dat het niet goed is, stort ik dan in? Ga ik heel hard roepen? Of huilen? Gooi ik mezelf op de grond? Geen idee, eigenlijk. Dan hoor ik mijn naam, mijn hart gaat tekeer en mijn gedachten gaan echt alle kanten op. We gaan zitten en ik vraag me af of ik iets af kan lezen aan het gezicht van de dokter. Hij gaat zitten, draait de 2 schermen wat bij en steekt van wal ‘er is activiteit’. Hij laat het zien. Ik sta er helemaal op, van mijn hoofd tot mijn knieën. We zien 1 oranje plekje … Ik ben ergens ook nog opgelucht dat we maar 1 plekje zien. Blijkbaar had ik onbewust ook nog bedacht dat ik helemaal, als een kerstboom, oranje zou kunnen oplichten. Het oranje plekje is activiteit en dat zou kunnen wijzen op kankeractiviteiten. Om zeker te zijn wat het precies is, moeten we een CT geleide punctie doen. Ik hoor mezelf de vraag stellen of we het hier over kanker hebben. Waar staan we? De arts vertelt dat het op dit moment ook nog iets anders zou kunnen zijn, bijvoorbeeld een longontsteking. Ik knik hoopvol, Ja doe mij die maar. Maar gezien mijn geschiedenis neigen we wel toe naar iets kankerachtig. Het kan borst –of longkanker zijn. Ik grijp terug naar de theorie van Dr. Luiten; de biologie van de tumor, de rondzwevende cellen hebben dezelfde biologie als de tumor waar ze vandaanorigineel komen, dus als de tumor en de uitzaaiinkjes in de lymfe totaal oplossen door de chemo dan alle rondzwervers ook. Dr. Heukels knikt: ‘ja, dat klopt, nou, dan is inderdaad een recidive van de longkanker aannemelijker. Maar daarvoor moeten we eerst een biopt nemen’. Ik hoor mezelf vragen: ‘en dan?’ Brrrrr, wat een vragen.
‘Dan bespreken we dit in het MDO, dat is iedere maandag, en dan gaan we bepalen wat we gaan doen; of opereren of bestralen’ Ik vraag wat effectiever is. Beiden is even effectief. Opereren heeft het voordeel dat je het weefsel eruit haalt en dat het dan door de patholoog volledig onderzocht kan worden zodat je weet waar je mee te maken hebt. Soms heeft de patholoog anatoom na een punctie niet genoeg weefsel om dit te bepalen. Voor de vervolgbehandeling is het belangrijk om te weten waar we mee te maken hebben. Ik geef aan dat mijn voorkeur echt uit gaat naar bestralen. De dokter stelt voor z.s.m. een CT-geleide punctie in te plannen met zoveel mogelijk weefsel buisjes zodat de patholoog genoeg heeft om te kunnen vaststellen waar we mee te maken hebben. Ergens ben ik opgelucht … in mijn hele lichaam maar 1 klein oranje plekje … en dat gaan we oplossen. Zonder chemo en hopelijk ook zonder operatie … We gaan dit doen …
Terwijl we afscheid nemen, biedt de dokter zijn excuses aan voor het slechte nieuws en de slechte timing … ik zeg .. ja en dat op 1 april … wat een slechte grap … we stappen toch weer lachend de gang op.

 

april 2022

 

 

Vorige: 29. Mijn uitzakkende krullen en een Erysipelas

Volgende: 31. De CT geleide punctie