19. Ken je die mop van die vakantie in het Noorden?
Drie weken later … woensdag 8 juli …
Vandaag heb ik een post operatieve check bij de chirurg dr. Veen. Hij vertelt: 'het weefsel en omliggende lymfeklieren zijn opgestuurd naar de patholoog anatoom en het gaat idd, zoals al bekend was, om longkanker'. Hij gaat voorzichtig verder. 'De kanker zat echter ook al in één van de lymfeklieren dus dat betekent dat er een traject volgt van chemo en bestraling'. Hij kijkt me even onderzoekend aan, maar als ik heel vanzelfsprekend knik, besteed hij er verder niet veel woorden aan en hij lijkt verder ook niet onder de indruk. Gewoon uitzaainkje in één van de klieren, chemo, simpel. Ik ga meteen akkoord, prima, die eerste chemo kon ik ook dus deze zal ook wel gaan. Daarbij ben ik nog steeds van plan om 90 jaar te worden, dus ik vind het best. Laten we het maar gaan doen. Ergens ben ik allang blij dat hij er niet al te diep op in gaat en net doet of het niet zo veel voor stelt. Dat ik lichamelijk nog niet heel fit ben, negeer ik volkomen. Wanneer gaan we beginnen?
Omdat ik nog maar korte stukjes kan lopen en heel snel buiten adem ben, zit ik in een rolstoel. Was ik hier vroeger voor mezelf fel op tegen omdat ik vond dat je ‘moet’ trainen wanneer het kan en niet te flauw moet zijn. Tegenwoordig ga ik gewoon in die rolstoel zitten. Ze zijn er tenslotte voor gemaakt. De dokter merkt op dat ik nogal buiten adem klink. Dat klopt inderdaad, als ik even opsta of iets vertel dan ben ik al buiten adem. Terwijl ik mezelf ondanks dat voor houd dat het allemaal best meevalt en dat het snel beter zal gaan, heeft hij toch een ander idee. Hij wil een fotootje laten maken om te kijken of er vocht achter de longen zit en hij wil voor de zekerheid ook even bloed laten prikken. Eigenlijk hebben we daar geen tijd voor omdat we op vakantie willen naar het Noorden, maar goed, toch maar even doen.
Op de LONGFOTO is te zien dat ik veel vocht achter mijn long heb zitten. Dr. Veen overlegt met de longarts en ze zijn het er samen over eens dat het erg veel vocht is voor het lichaam om zelf weg te werken. De longen liggen in een soort kuil, als daar water in ligt, neemt dat ruimte in wat eigenlijk voor de long bestemd is. De long kan dan niet helemaal uitvouwen en daarom heb ik het zo benauwd. Weer wat geleerd! Dr Veen geeft aan dat hij dit graag weg wil laten halen omdat dat voor mij een stuk fijner zal zijn. Vooral ook omdat ik volgende week verder ga met de bestraling. Oh ja, ik ben om, hij heeft gelijk!
Ik mag eerst even bloed laten prikken en dan gaat Dr Veen voor me uitzoeken of ze ergens tussendoor een plekje voor me hebben, dan kan het misschien meteen vandaag gebeuren. Het bloedprikken gaat gelukkig in 1x goed. Ik vraag of het kan met een klein naaldje en dit is geen probleem. We druppelen 2 buisjes vol en ik mag terug naar kamer 10. Inmiddels is bekend dat ik tussendoor geholpen kan worden.. We mogen naar route 47 en ons daar melden. Daar krijgen we te horen dat er een patiënt met tbc op de kamer ligt en dat de kamer 1 uur gelucht moet worden voordat ik erin mag. Om 13.30 ben ik aan de beurt. De aardige dame belooft ons een uitrijkaart zodat we zonder kosten de parkeergarage uit kunnen rijden. Daar zijn we blij mee. Thomas heeft intussen Floris van school gehaald en ze zitten thuis te eten. Hij past op tot dat wij thuis zijn. Wij gaan in het restaurant zitten om wat te eten. Robert eet friet met kibbeling en ik drink 2 smoothies. Ik eet een paar frietjes en 2 stukjes vis van Robert mee en heb alweer genoeg gehad. Mijn eetlust is echt heel slecht. Maar ja, dat komt wel later weer. Gelukkig, heb ik voldoende reserves.
We worden opgeroepen en Robert rijdt mij de scopieruimte binnen. De verpleegkundige is geïnteresseerd en we babbelen erop los. We hebben een heel gesprek over schaartjes die maar 1 keer gebruikt worden en daarna gewoon bij het afval belanden, schandalig!! Er komt een longarts in opleiding die de ingreep gaat doen. Als haar supervisor de ruimte binnenkomt is het gezelschap compleet en kan het feest beginnen. Ze kijken eerst met een echo waar het meeste vocht zit en waar ze dus het beste kunnen prikken. Daarna verdoven ze de huid, brengen ze een slangetje in en dan zuigen ze het vocht eruit. 'Geeft u maar aan als het vervelend begint te voelen'. Het is een beetje een naar idee dat er vocht uit mij gepompt wordt, maar laten we vooral doen alsof het heel normaal is. Af en toe voel ik een klein paniekje opwellen, OMG, ze pompen iets uit mijn longkuil!'. 900 ml is de opbrengst, slangetje eruit pleister erop en hup weer in de rolstoel op weg naar de auto. Eerst naar Hoeven nog wat spullen pakken en hupsakee terug de auto in op weg naar het Noorden. Het is wonderbaarlijk hoe flexibel een mens eigenlijk is. Tuurlijk, vocht wegzuigen dat achter mijn long zit …
Het is druk op de weg. 4 Uur later zijn we er pas. De meeste spulletjes staan weer op hun plek en ik strijk neer op de bank. Met een zacht dekentje en een fantastisch lief cadeau van onze overburen, Iedereen is zo lief en betrokken... Alle post, bloemen en cadeautjes die we krijgen, echt hartverwarmend.
Ik neem me voor om iedere dag te lopen en dan steeds een stukje verder. Eerst tot het hek en dan steeds een paar passen verder. Vol goede moed ga ik met mijn trainingsschema aan de slag. Maar in plaats van dat het beter gaat, heb ik het idee dat het gelijk blijft of misschien zelfs verslechterd. Daniëlla, HJ en de kinderen zijn op vakantie en ik had bedacht dat ik dan mooi de dieren zou kunnen verzorgen. Ik kan echter bijna niks, zelfs de afwas lukt me niet. Ik sta leunend tegen het aanrecht die paar bordjes en kopjes af te wassen. Ik voel me misselijk en heb het zo benauwd dat ik bijna niet eens van de chalet naar het huis kan lopen. Ik vind het doodeng en vertrouw het niet. Op zaterdagmorgen voel ik me toch wel heel belabberd. Ik bel de huisartsenpost in Stadskanaal. Het meisje aan de telefoon vraagt of ik bij hun bekend ben. Nee, ik woon in Hoeven en ben in Onstwedde op vakantie. Ze vertelt me dat ik contact op moet nemen met het ziekenhuis waar ik onder behandeling ben. Als ik naar het ziekenhuis bel, vraagt de verpleegkundige wat ze voor me kan doen. 'Ja, geen idee eigenlijk, ik moest jou bellen'. Ze kan niks voor me doen, alleen als we naar Breda komen. Dat zijn we dus net niet van plan. Toch maar weer de dokterspost dan. Ik moet even wachten, ze gaat overleggen en belt me zo terug. Ik mag langskomen. Ons eerste vakantie-uitje gaat naar de dokterspost, begint lekker. Daar moeten we even wachten. De weekenddokter doet wat testjes en bevestigd wat ik allang weet. U heeft het heel benauwd. Ik knik, ja, heeeeel benauwd. Mijn zuurstof saturatie is 84%. Ze meten het zuurstofgehalte met zo’n klein kastje op je vinger. Tussen de 95 en 100 % is normaal. Hij vraagt of ik zuurstof wil, zo’n kapje. In eerste instantie wil ik zeggen dat dat niet hoeft. Zolang ik zit, is het best te doen. Net voordat ik 'nee, het gaat wel', zeg, bedenk ik me. Ik zeg 'ja, graag'. Het maakt echt een verschil, geweldig! ineens voel ik me stukken beter! Wat een beetje zuurstof kan doen! Hij stelt nog wat vragen en er komt een verpleegkundige een vingerprik doen. Dit is om te kijken of ik verhoogde onstekingswaarden heb. Even later krijgen we de uitslag.. en ja hoor, ik val in de prijzen! De voorzichtige diagnose longontsteking is gesteld. Ik trek daarna de minder voorzichtige conclusie: ooo, pfff [wegwuivend gebaar], longontsteking nou, antibiotica erin en door met onze vakantie. De arts geeft aan dat ik naar het Schepersziekenhuis in Emmen moet voor verder onderzoek en vraagt of we zelf willen rijden of liever met de ambulance. Ik voel weer een soort van bescheidenheid opkomen (ambulance is voor als het heel erg is) Zo erg is het ook weer niet, we kunnen best met de auto. De arts zegt dat hij ook een ambulance kan bellen met deze lage zuurstof waardes, dan heb ik onderweg ook zuurstof. Ik ga toch maar weer overstag en besluit voor de volledige ervaring te gaan. Ik zie het niet zitten om mijn zojuist verkregen lucht alweer op te geven. Daarbij wil ik Floris de rit naar Emmen met een naar lucht happende moeder liever besparen. Het duurt nog een hele tijd voordat de ambulance er is. Floris zit ondertussen iedereen in de wachtkamer te entertainen. Wat een leuk kind!
Ja, wij hebben inderdaad een leuk kind.