Whatsapp mij!

18. De longoperatie - the afterparty -



Een paar uur later word ik weer wakker en mag ik terug naar de afdeling. De rest van de dag breng ik zo stoned als een garnaal door, I love it!! Met de kramp-ervaring nog vers in het geheugen durf ik me niet zo goed bewegen. Dr. Veen wil heel graag dat ik mijn bed uit kom, maar voor mij hoeft dat niet zo. Dat zeg ik ook tegen hem als hij zijn ronde doet. Hij glimlacht -  en toch wil hij wel graag dat ik uit bed kom. We glimlachen naar elkaar en ik weet datorigineel ik er echt aan moet geloven. De verpleging vraagt of ik ondersteuning wil van een fysiotherapeut. Dat lijkt me wel handig! Die kan me leren hoe ik, in het geval ik weer verkramp, kan ademhalen zodat ik niet in paniek raak! Tobias komt langs, een jonge vrolijke fysiotherapeut. We kletsen wat en ik probeer het moment dat ik moet gaan zitten zo lang mogelijk uit te stellen. Hij stelt na een tijdje voor te gaan zitten en voordat ik mijn been buiten het bed heb, voel ik in mij de paniek en ook het verdriet al opwellen. Ik had het allemaal stoer achter me gelaten en we hebben gelachen om het stoned zijn, maar ondertussen ben ik onder de indruk van de pijn die ik heb. Het niet hebben van controle over mijn lichaam maakt me bang. De tranen rollen me over de wangen. Tobias ‘praat’ me naar de rand van het bed. Hij kijkt me aan en zegt dat het goed gaat, nog een klein stukje, goed zo, adem maar door, heel goed, je bent er bijna. En dan zit ik rechtop. Ik krijg bijna geen adem en het voelt echt heel naar om zo te zitten, maar ik zie wel in dat we er door heen moeten.
In de avond gaat het al stukken beter en ik heb de smaak te pakken. We wandelen een stukje op de gang, achter de rolstoel waar Floris in zit, daar knap ik echt enorm van op. Gelukkig, een succeservaring. Onderweg komen we Tobias torigineelegen en ik krijg van hem op afstand 2 duimen en een trotse glimlach.
Het slapen gaat redelijk. Wel veel wakker, maar dat kan ook haast niet anders ze komen een paar keer per nacht langs om te kijken hoe het met me gaat. Op zaterdag komt Dokter Veen weer langs, van hem mag ik naar huis. Als hij ziet dat ik niet heel enthousiast reageert, geeft hij aan dat het ook oké is om nog een nachtje te blijven. Hier kunnen de bedden in allerlei standen, lopen ze de hele nacht rond en is het zo rustig dat ik tenminste ook uit rust. Eigenlijk ben ik als de dood dat ik weer zo’n kramp krijg. Stel nou dat dat thuis gebeurt, wat dan?
Een dag later is Tobias vrij en komt er een andere fysiotherapeut met mij oefenen. Ik wil graag samen met iemand de trap op en af lopen. En dat doen we dus. Hij (Tobias) stond gister nog te juichen, maakte grapjes.. Zij van vandaag straalt toch iets anders uit. Ze vindt volgens mij haar werk geen klap aan. Als ik uitleg dat het vooral de angst is dat er een spier verkrampt, legt ze me uit dat dat heel logisch is omdat ze daar geopereerd hebben en het is niet één spier geweest, maar meerdere.. Goh echt? Ik kijk haar even onderzoekend aan om te kijken of ze nog steeds serieus is en vertel dat ik 2 uur heb liggen creperen en echt dacht dat ik erin zou blijven. Ze geeft mij terug dat dat echt tussen de oren zit, ik moet me niet zo opwinden en moet ‘gewoon rustig blijven ademhalen’. Nou, had ik dat geweten! Nou aan de slag dan maar, de trap. Terwijl we naar boven lopen, merk ik dat ik een beetje paniek voel. Ik raak buiten adem, krijg niet genoeg lucht. Ze kijkt me bestraffend aan en zegt dat ik wel goed moet blijven ademhalen. Dan weet ik het zeker, het klikt niet echt tussen ons. Ik voel me als een kind op het matje geroepen, ik krijg op mijn donder omdat ik niet goed ademhaal. Dit is zo niet wat ik op dit moment nodig heb!!

De dag erna, zondag, om 14u komen Floris en Robert mij ophalen uit het ziekenhuis. De arts geeft aan dat ik de Oxycodon z.s.m. moet gaan afbouwen en als er iets is, kan ik het ziekenhuis bellen.
Hoe het kan, weet ik niet, maar thuis is toch vermoeiender dan in het ziekenhuis. Alles kost gewoon meer energie. Ik slaap met het hoofdeind wat omhoog om geen/minder last te hebben van benauwdheid. Zolang ik in positie lig en mij niet beweeg, gaat het best goed. Ik kan niet zelf uit bed (blijft een vreemde ervaring, ik lig dan als een omgerolde schildpad, te proberen of het me toch zelf lukt. Stel dat ik n beetje schommel, steeds wat harder en dan het gewicht verplaatsen.Terug rollen. Helaas tot nu toe geen succes ) Robert of een van de kinderen takelen mij, soort van, recht op. Door verandering van houding voel ik druk op mijn longen en bij mijn ribben en moet ik even een paar keer rustig origineelademen. Soort van wegpuffen van een ongemakkelijk gevoel. Er is iedere keer een moment dat ik me realiseer dat ik geen adem kan halen en op het randje sta, of eigenlijk zit, van een paniekaanval. Na een minuutje gaat het weer beter en kan ik gaan staan. Als ik sta, moet ik weer even aan de nieuwe positie wennen. Dus puf puf puffffffff daarna kan ik gaan waar ik wil. Daar moet je je dan weer niet te veel bij voorstellen, want het gaat wel heul heul Langzaam. Maar zo vol is mijn agenda gelukkig niet, ik heb alle tijd. Eigenlijk is het soort mindfulness 2.0. Terwijl ik charmant als schildpad (exotisch uiteraard) wat heen en weer schommel, denk ik na over wezenlijke dingen. De dingen die er echt toe doen, zet maar; moet ik wel echt plassen? Zal ik meteen mijn water fles bijvullen? Zal ik om een grotere fles vragen, of is dat dan te zwaar? Ligt mijn mobiel op de juiste positie dat ik er straks zonder bukken bij kan als ik recht op sta, moet ik gelijk nog ergens anders langs????
De afgelopen dagen ging het best iedere dag ietsie pietsie beter, maar niet echt noemenswaardige sprongen. Ineens merk ik een verandering; meer lucht minder pijn, vloeiender bewegen. Ik ben zooo opgelucht dat ik besluit mijn ochtenddosis morfine, oxycodon, te halveren. Dat blijkt om 12u niet mijn allerbeste beslissing te zijn geweest. Heel langzaam voel ik de beklemmende pijn terug komen. Als ik naar de wc wil, merk ik dat ik van de pijn niet meer rechtop kan staan. Ik durf ook niet meer omdat ik het in mijn rug voel, ergens voel ik nog steeds de plek van de kramp. Ik zet de angst voor een krampaanval, hier in huis, zonder bolusje, resoluut opzij. Heel licht dreigend blijft het ergens aanwezig op de achtergrond. Ik bel de huisarts om te overleggen wat te doen. Het huilen staat me nader dan het lachen. Ik voel me echt heel rot. Ze vertelt me dat ik gewoon mijn pijnstillers kan blijven gebruiken, met een paracetamol erbij en zolang het nodig is. Gewoon standaard innemen en de snelwerkende Oxycodon er nog bij als het moet. 'Dat zal ik doen', mompel ik bedrukt. Ik ben best opgelucht en voel me meteen stukken beter. Nou kom maar door met die oxycodon!

Duf is het nieuwe fit, dat jullie het even weten 

 

Vorige: 17. En door, de longoperatie

Volgende: 19. Ken je die mop van die vakantie in het Noorden?