12. Een huisje in het Noorden
Ik fantaseer hier al jaren over, een eigen plekje dicht bij mijn familie. We gaan regelmatig naar het Noorden en hoe fijn ik het ook vind om daar te zijn, het is ook best vermoeiend en belastend om langere tijd in de ruimte van een ander te zijn. Telkens liep het stuk op de plek, waar dan? En de prijs … niet te doen. Een ander punt was dat we dan niet meer naar het Zuiden op vakantie gaan omdat we ons vakantiegeld nodig hebben om de vaste staanplaats te betalen. In de wachtkamer 23 december 2019, net vóór de kanker, hebben we het er nog over. Een stuk land in het Noorden, dat zou toch leuk zijn! We hebben tijd genoeg om erover te fantaseren, het spreekuur loopt behoorlijk uit. Ik word er helemaal blij van. Stel je voor dat we ooit. Alles is mogelijk. Heerlijk!
En ineens, van het een op het andere moment, verandert alles en hoor ik bij de club waar niemand bij wil horen, DE KANKERCLUB.
Voor de kanker kon ik dromen goed parkeren met het idee dat er nog wel eens iets op ons pad zou komen. Nu met kanker voelt het ineens heel anders aan. Het flitst door mijn hoofd voordat ik er erg in heb. STEL DAT IK DOOD GA EN NOOIT MEER IN HET NOORDEN ZAL WONEN
Ieeeks, daar is het, mijn angst. We hebben het er vaak over gehad dat we later, als de kinderen de deur uit zijn (behalve de jongste) het huis in Hoeven verkopen en dan iets kleins met veel ruimte erom heen kopen in het Noorden. Omdat de huizen daar veel goedkoper zijn, kunnen we met lagere maandlasten allebei minder gaan werken, misschien zelfs helemaal stoppen, en genieten van de ruimte en van elkaar. En ineens is er voor mij misschien geen later meer, hoe zuur is dat? En zo ontstaat ons gesprek; wat als, stel je voor dat ….
We speuren het internet af op zoek naar mogelijkheden. Een Tiny house? Veel te duur. Jammer, ze zijn wel erg leuk, maar ook wel heul heul klein. Voor een verzamelaar als ik toch niet echt haalbaar. Zelf maken? Geen tijd voor en wie weet hoe ziek ik ga worden. Hoewel ik overtuigd ben dat een positieve mindset heel belangrijk is, kan ik er niet omheen dat we er in sommige gevallen beter rekening mee kunnen houden dat ik heel ziek kan worden. Aan de andere kant steekt het me als mensen dit tegen me zeggen of als ze ervan uitgaan dat ik heel ziek ga worden. Ook Robert fluit me af en toe terug als ik het heb over mogelijkheden. Hij vraagt hoe ik dat dan voor me zie. Ik zie het soms te rooskleurig, te positief. Daar ben ik het natuurlijk helemaal niet mee eens, want ik zie het ECHT zo positief. In die context is TE bijna onmogelijk. Ik heb er een (positief, uiteraard) beeld van, maar of dat in de buurt komt van de werkelijkheid, weet ik natuurlijk niet. Maar dat gaat net zo goed over dat ik ziek ga worden, dat weten we dan toch ook niet? Daarbij kan ik er in mijn optiek beter van uit gaan dat het allemaal reuze mee valt. Als het niet zo blijkt te zijn, kan ik altijd nog schakelen en heb ik in ieder geval een ontspannen aanloop vol vertrouwen gehad.
Maar goed, we gaan kijken bij chalets en stacaravans. Robert heeft ergens een ‘gratis af te halen’ chalet gezien en wordt er wel blij van. Vooral het gratis stukje spreekt hem wel aan. Ik word er helemaal niet blij van! Ineens voel ik me niet meer zo overtuigd dat ik niet ziek zal worden. Mijn hemel, wat een werk. We besluiten dat toch maar niet te doen. We kijken bij een paar stacaravans die over het algemeen toch iets goedkoper zijn dan een chalet. De meeste hebben een grote rondzit en soms zelfs twee! Vaak met bloemetjes print en gouden stiksels. Ik vind het er ook nog wel schattig uit zien, maar het is het toch net niet. Ik vraag me af of ik er aan kan wennen. ik denk het wel. Ik wil zo graag iets in het Noorden dat een (geïsoleerde) koelkastdoos me nog aanspreekt. Ineens betrap ik me erop dat ik bereid ben met minder genoegen te nemen omdat we het later altijd nog anders kunnen doen, als het niet bevalt. Maar, stel als er geen later is voor mij, wat als dit mijn kans is. Mijn laatste kans. Hmmm. Ineens ben ik niet zo gemakkelijk meer, ik wil geen bloemetjes rondzit. Eigenlijk wil ik ook geen stacaravan. Ik wil een chalet. Een geïsoleerde! Dit zorgt voor de nodige wrijving tussen Robert en mij. Hij maakt zich zorgen over het spaargeld en ik ben heel bang dat ik helemaal geen tijd meer heb om het spaargeld uit te geven. Ik heb heel sterk het gevoel dat ik weet wat ik wil en dat dat precies is wat er gaat gebeuren. Ondertussen is er een deel van mij wat wel degelijk rekening wil houden met Robert. Dat wil in gesprek gaan en ergens in het midden uitkomen. Het kind in mij vindt echter dat ik recht van spreken heb omdat ik misschien wel dood ga (jawel, daar issie: De kankerkaart) en voor hem naar het Zuiden ben verhuisd. Daarom woon ik nu niet bij mijn familie in de buurt en dat terwijl ik ze juist nu zo verschrikkelijk hard nodig heb!! Oei, dit is eigenlijk helemaal niet hoe ik het wil stellen, maar mijn redelijkheid en misschien ook mijn volwassenheid staan op pauze. Ik voel dat het belangrijk is om nu bij mezelf te blijven, wat heb ik nodig. Waar sta ik in mijn kracht? Tijdens de zoveelste discussie over de voordelige keuze en spaartegoeden, gooi ik het er uit. Ik ga niet met mijn kale kankerkop in een tochtige zigeunercaravan zitten, dat is niet hoe ik het voor me zie!! Ik ga misschien wel dood. Dit is niet het moment voor concessies! Daarna zet ik het op een brullen, want het voelt heel confronterend om mijn angst er zo uit te gooien. Het is net alsof het er niet echt is als ik het niet hardop zeg. Robert schrikt ervan en troost me. Het komt allemaal goed, schatje. Dat voelt goed en ik geloof het ook echt, als hij dat tegen me zegt.
Tijdens één van onze wandelingen bespreek ik het met (zus) Daniëlla (= Jel) Ik zeg dat we eigenlijk een strook land nodig hebben bij een boer, of zo. Ergens in Onstwedde zal toch wel zoiets te vinden zijn? Iemand die grond genoeg heeft? Van het één komt het ander en ineens gaat het gesprek of het een optie is om de nog te kopen chalet bij Daniëlla en Hendrik Jan (= HJ) op het erf te zetten. Ik kan mijn enthousiasme maar nauwelijks onderdrukken, zo blij word ik van het idee. Het is natuurlijk belangrijk dat Jel en HJ het er eerst over hebben en dat we het er daarna met ons vieren over hebben. Afspraken maken, dat is belangrijk. Jel en ik hebben al eens eerder met succes naast elkaar gewoond en het lijkt me zo leuk om dat weer te doen!! Uiteindelijk is iedereen VOOR, het gaat DOOR. Yes!!! Door al die leuke dingen ben ik bijna blij met kanker, dat is gek!
Een paar weken later hebben we onze chalet gevonden, in Oude Pekela. Ik herken hem meteen op de foto. Voor de vorm heb ik ingestemd om te kijken naar andere chalets en naar nog een paar stacaravans, maar dat is het toch allemaal net niet. Als we in ‘onze’ chalet staan, weet ik het zeker. Het is een gevoel, een klik, een herkenning. Dit is hem. Robert vindt het ook goed. Ik voel me goed en heel blij en heb een korte termijn doel; shoppen voor de chalet. Heerlijk! Het blijkt dat we bijna genoeg spullen in ons huis hebben staan om de chalet te voorzien van wat nodig is. Het geeft mij heerlijke afleiding en ik verheug me erop om in het Noorden een eigen plekje te hebben.
Op 20 februari 2020 vieren we de 50e verjaardag van Robert en de chalet wordt geplaatst. Jippie!! Het is in de carnavalsvakantie en we gebruiken de rest van de vrije dagen om te klussen. De vloerbedekking eruit, laminaatvloer erin en de muren schilderen. Ik heb een nare hoest en voel met de dag mijn krachten afnemen, maar ik heb een missie en ik ga gewoon door. Rusten doen we later wel. Het ziet er heel mooi uit!
Verbazingwekkend hoe het leven met kanker toch ook een beetje fijn kan zijn.