54. De laatste AC kuur
Kuur nummer vier zit er inmiddels een paar dagen in en ik vind het op zich goed te doen. Als ik een tijdje zit en me uitgerust voel, vergeet ik soms even dat mijn energie beperkt is. Ik loop dan met grote passen naar de wasmachine en kom er halverwege achter dat dat nog niet haalbaar is. Ik heb niet genoeg zuurstof voor al mijn spieren en mijn longen en al die andere organen. Ze krijgen allemaal net niet genoeg of eigenlijk echt veel te weinig. Dus ik sta dan volledig buiten adem, met knikkende knieën halverwege bij te komen. Ik weet inmiddels dat dit niet zo heel lang duurt, dus ik sta geduldig te wachten op herstel. Waarna ik, iets langzamer, mijn weg vervolg. Ik had me van te voren niet voor kunnen stellen dat het mogelijk was om je zo vermoeid te voelen. Op een middag loop ik met Roos, leunend op een winkelwagentje, in de Action. Ik ben er wel weer aan toe, even onder de mensen lekker naar de Action; heerlijk dingen kopen waarvan ik niet wist dat ik ze nodig had. Ik voel, na een tijdje, dat ik moe word en kijk om me heen. Ik stel een beetje bezorgd vast dat ik nergens een plek zie om te gaan zitten, als het echt niet meer gaat. Nou, daar was ik vroeger echt niet mee bezig, hoor.
Dit is wel level up loslaten en overgave, misschien ga ik er nog wel goed in worden, wie weet.
Ondertussen merk ik dat het heel langzaam weer beter gaat met mij en daar word ik wel heel blij van. Straks kan ik weer auto rijden, spullen naar de ruilwinkel brengen, was ophangen (‘t is maar waar je blij van wordt), enzovoort. De CT-scan die van mijn longen is gemaakt is goed. Tineke belt me op om het goede nieuws te vertellen. Daarnaast wil ze ook met mij bespreken hoe we het gaan doen na de MRI. Het doel van de chemo is de kanker te stoppen of terug te dringen. Op de MRI gaan we zien of de kuur die ik gehad heb, zijn werk heeft gedaan of niet. Als ze het zegt, realiseer ik me dat zij hardop zegt waar ik bang voor ben: het kan ook zijn dat de kuur niet gewerkt heeft. Per ongeluk heb ik gehoord dat een jonge vrouw in het programma ‘Over mijn lijk’ (wat ik natuurlijk niet kijk, iets te confronterend op het moment, maar waarvan ik heel soms wel stukjes op social media lees) zegt dat niet alle kuren hebben gewerkt. Daar was ik op een of andere manier in 2020 helemaal niet mee bezig … de kuur die ik toen kreeg had binnen 3 keer de kanker bijna gehalveerd, dus dat werkte als een tierelier. Daar was geen twijfel, geen angst dat het niet zou werken. Er was ook (bijna) geen angst dat de kanker terug zou komen. Natuurlijk, was het rondom de mammografie wel even spannend, maar ik was er van overtuigd dat het voorbij was en niet terug zou komen.
Nu ben ik er niet meer zo zeker van, ik ben mijn rotsvaste geloof in de goed afloop een klein beetje kwijt. Niet helemaal, maar het kost me moeite om de moed erin te houden. Er vallen wat gaten in de overtuiging.
Robert en ik gaan voor een MRI op weg naar Hoogeveen. Ik kan het niet helpen dat het door mijn hoofd blijft zoemen wanneer deze scan was gedaan als ik er niet om gevraagd had. Ik blijf me verbazen dat er niemand naar de plek op de borst gevraagd heeft. Ik heb na de misvatting dat ik het allemaal wel weet, alles losgelaten, blijkbaar. Ik heb geen idee meer wat er ook alweer bij een MRI komt kijken. Geen actieve herinnering meer aan. In Hoogeveen moet ik eerst even bloed laten prikken om te kijken of mijn bloedwaarden weer hersteld zijn. Ik loop een beetje verdwaasd rond in het nogal grote Bethesda ziekenhuis en probeer me te herinneren of mij is uitgelegd wat ik precies moet doen. Ik moet naar de dagbehandeling, weet ik nog, verdieping 6. Daar aangekomen, worden we meteen opgemerkt door een verpleegkundige. Ik leg uit wat ik kom doen. ‘heb je buisjes gehaald?’, vraagt ze. Ai, nee, hier moet dat dus ook. Ik kan me niet voorstellen dat ze me dat van te voren niet uitgebreid verteld hebben, maar ook daar heb ik geen actieve herinnering meer aan. Alles losgelaten. We gaan terug naar de eerste verdieping en ik doe wat ik in Stadskanaal ook altijd doe. Even later lopen we met de buisjes weer naar de lift. Terug naar de 6e verdieping. De verpleegkundige heeft meteen tijd en tapt alle buisjes vol. We brengen de buisjes terug naar het lab en gaan nog een verdieping naar beneden om een kop koffie te drinken. Het is inmiddels 10.20 en om 11.10 is de MRI. Op het moment dat we de wachtruimte binnenkomen herinner ik me wat een MRI ook alweer inhoudt. O ja, dat was toen we naar oma gingen en ik mijn PICC-lijn nog niet had.
In het apparaat lig ik op mijn buik, beide borsten bungelen in twee uitsparingen. Beide armen naast het lichaam. Hoofd op een steun. Kussen onder de voeten. 2 gele pluggen in de oren en daarover een hoofdtelefoon. Radio 10. Helemaal prima. ‘ligt u goed?’’ik lig goed’. We gaan beginnen! Meteen voel ik een kriebel op mijn neus, een spier die een soort verkrampingaanval heeft in mijn rug, een loopneus die van start gaat en iets scherps dat tegen mijn borstbeen drukt. Ik concentreer me op mijn ademhaling; adem in … houd vast … adem uit … houd vast … Na een paar keer voel ik me heerlijk ontspannen en heb ik het gevoel dat ik ieder moment in slaap kan vallen. Het lijkt alsof er iets achterop mijn muts drupt. Wat zou dat nou kunnen zijn? Kan er iets druppen in zo’n apparaat? Ik stel me zo voor dat het apparaat zonder dat ik en alle anderen het door hebben aan het vervallen is. Of nee nog erger, er is iets heel erg misgegaan in de wereld en de zombies komen het ziekenhuis binnen. Heel geconcentreerd luister ik of ik geluiden kan opvangen die wijzen op chaos, paniek en vernieling. Ik lig op mijn buik met een hoofdtelefoon op in een apparaat dat zoveel herrie maakt, volgens mij is er niets aan de hand. Daarbij heb ik al heel snel besloten dat ik niet ga vluchten, als de zombies komen. Ik word al moe bij het idee, laat mij maar gaan. Haha, ik zie mezelf al rennen, kansloos! Er klinkt een harde klik en dan verandert het geluid van het apparaat. Ik schrik ervan, zo zit ik in het zombieverhaal. Ineens is het apparaat helemaal stil en hoor ik Kate Bush zingen: Don’t give up ‘cause you have friends. Don’t give up you’re not beaten yet. Ik glimlach en beloof Kate dat ik niet op zal geven en dat ik me zal verzetten tegen de zombies. Meteen daarna begint het apparaat weer herrie te maken zodat ik de rest van het liedje niet meer hoor. Ik hoor een stem zeggen dat ze het contrastvloeistof gaan toedienen, daarna duurt het nog 10 minuten. ‘Hoe gaat het met u?’ ‘Prima!’
Alweer klaar! Kleren weer aan en we kunnen naar huis. Die middag word ik een paar minuten voor vijf gebeld door een privénummer. Ik ben net te laat. Er schiet van alles door me heen: het is Tineke die me door wil geven dat ik morgen geopereerd moet worden omdat de kanker gegroeid is. Er is paniek! Mijn volgende gedachte is dat ze me dan echt nog wel een keer zal proberen te bereiken. Ik wacht .. en wacht .. en wacht. Er belt niemand terug. Licht in panier probeer ik te bedenken wat ik kan doen. Het is al vijf uur. Ik bel de receptie van het Refaja en vraag of ze me door kunnen verbinden met Tineke. De dame van de receptie zegt dat de secretaresse niet meer bereikbaar is omdat het al na vijven is. Ik leg de situatie uit en ze zegt dat ze Tineke mobiel gaat bellen, maar dat ze niet zeker weet of ze nog in het ziekenhuis is en of ze haar mobiel nog op neemt. Dan hoor ik ‘met Tineke’. Ik voel mijn hart in mijn keel en leg uit waarom ik haar bel. ‘Ik heb je niet gebeld’, zegt ze, ‘ik ben al thuis, maar ik heb je scan vanmiddag wel bekeken. De plekken in je borst zijn kleiner geworden. Ik weet niet meer precies hoeveel, maar het is in ieder geval niet groter of gelijk gebleven. Dat is goed nieuws!’ Pfff, ik kan weer ademen, wat een spanning! We spreken af dat ze morgen met de oncoloog overlegt en me daarna terug belt. Ik merk nu pas hoe bang ik eigenlijk ben geweest voor een erg slechte uitslag. De volgende dag belt ze terug en nemen we de afmetingen en afspraken door.
Donderdagochtend word ik besproken in het MDO en om 12u hebben we een afspraak met Tineke om het advies van alle knappe koppen te bespreken.
Het advies is wat we al verwachten; we gaan door met het plan, eerst de volgende reeks chemokuren en dan opereren. De huid word vanmiddag in het MDO van de chirurgen nog besproken daar word ik over gebeld.
Het advies is wat we al verwachten; we gaan door met het plan, eerst de volgende reeks chemokuren en dan opereren. De huid word vanmiddag in het MDO van de chirurgen nog besproken daar word ik over gebeld.
maart 2024
vorige: 53. Nog eentje dan, kuur 4#4